Feiten & Fabels

De meeste mensen kiezen voor een buitenlandse hond omdat ze een fijn huismaatje zoeken, en niet omdat ze ook maar enigszins de illusie hebben er een probleem mee te kunnen oplossen. Mensen realiseren zich maar al te goed dat je er het probleem niet mee op lost, maar dat het voor díe hond wel de oplossing is. Degene die zegt dat je er het probleem niet mee oplost, loopt trouwens zelf vaak met een rashondje aan de lijn…. 

Natuurlijk moet het zwerfdierenprobleem uiteindelijk in de bronlanden worden opgelost. Het probleem is dat het nu nog niet zo ver is. Regeringen en lokale overheden nemen zelden hun verantwoordelijkheden. De EU en onze eigen regering doet ook niet veel om druk op die landen uit te oefenen. Maar om dan maar geen honden meer hier naar toe te halen is net zoiets als het weigeren van vluchtelingen omdat het elders oorlog is en ze het zelf maar moeten oplossen. Eigen hond eerst, zo’n mentaliteit.
Trouwens, deze opmerking is een belediging voor alle organisaties die hun stinkende best doen om met hun sterilisatieprojecten en en met het uitoefenen van druk op lokale bestuurders hun steentje bij te dragen. Alsof er niets gebeurt! 
Een wedervraag aan iedereen die vindt dat het daar moet worden opgelost is: ‘en wat is jouw bijdrage dan aan de oplossing, maak jij wel eens een donatie?’

Elke hond in een asiel is er één teveel, laten we dat voorop stellen. Iedereen die voor een ‘tweedekans’ hond gaat, of die nou uit een binnen-of buitenlands asiel komt, koopt in ieder geval geen hond die puur voor het geld gefokt is. Maar zitten de asielen echt vol in Nederland? Een globale rekensom leert dat er op een willekeurig moment rond de 1000 honden in de ongeveer 100 asielen (rond de helft van de Dierenbescherming, de rest is een particulier asiel) zitten in Nederland. Een gemiddelde van 10 honden. Uiteraard kunnen er in de praktijk in het ene asiel best 18 honden zitten en in het andere asiel 2. De situatie rondom asielkatten is trouwens veel nijpender dan die van de honden, maar we richten ons nu alleen op honden. Zo’n 90% van de honden worden weer geplaatst. Een resultaat waar we trots op mogen zijn. Wie ooit in een buitenlands asiel is geweest, waar soms wel 500 honden zitten, waarvan een groot aantal er zal sterven en nooit een eigen baasje krijgt, zegt nooit meer dat de asielen hier vol zitten. 

In een aantal van de Nederlandse asielen zitten ook buitenlandse honden te wachten tot ze geadopteerd worden. Dit is omdat de asielen te weinig Nederlandse honden hebben zitten (ja dat is echt waar) en omdat het aanbod van Nederlandse honden (bijv. moeilijke hond die niet met andere honden kan) niet matcht met de vraag (leuk gezinshondje). Iedereen mag een eigen mening hebben over wel of geen buitenlandse honden hier naar toe halen, maar laten we de discussie wel voeren op basis van feiten. En een feit is dat de asielen in het algemeen niet vol zijn.

Het zou veel constructiever zijn als we met zijn allen de commerciële hondenhandel gaan aanpakken in plaats van de mythe in stand houden dat er voor elke buitenlandse hond een asielhond blijft zitten.  De nieuwe werkelijkheid is dat je met de koop van een commercieel gefokte hond je de vraag in stand houdt én dat je elders, in het asiel of in het buitenland, een andere hond laat zitten. Elke keuze voor een ‘tweedehands hond’ is mooi, of dat nou een binnenlandse of een buitenlandse herplaatser is. Dat betekent in ieder geval dat er níet gekozen is voor een commercieel gefokte hond. 

Journey of hope dogrescuegreece

Dat is er zeker, zij het dat het meer verborgen is en beslist op kleinere schaal voorkomt. De horrorverhalen uit het buitenland zijn veel gruwelijker en veel structureler van aard. Hier haalt gelukkig een ernstige vorm van dierenleed de landelijke pers, daar is het dagelijkse kost die de krant nooit zal halen. Uiteraard is elk dierenleed, in welk land dan ook vreselijk. 

Organisaties zoals Het Platform Verantwoord Huisdierenbezit (PVH) en het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) hameren steeds op verantwoord huisdierenbezit, en volkomen terecht! Elke impulsieve aanschaf van een hond kan verkeerd uitpakken en men dient zorgvuldig de huiselijke omstandigheden met de aard van de hond naar keuze af te stemmen. Een hond impulsief van het Griekse strand afplukken kan voor teleurstellingen zorgen bij thuiskomst. Maar ook een hond impulsief via een dierenwinkel of via een adverteerder van tientallen rashondjes en ‘boomertjes’ aanschaffen is net zo min aan te bevelen. 

Er zijn echter behoorlijk wat mensen die op verantwoordelijke wijze via een stichting een buitenlandse hond adopteren. Meestal kunnen ze niet op stel en sprong een hond krijgen, de hond zit soms nog in het buitenland, en de mogelijke adoptant krijgt eerst een screening via de stichting. Mocht de hond in een opvanggezin zitten, dan wordt er een afspraak gemaakt tot een ontmoeting en kan ook het opvanggezin een mening vormen over de mogelijke baas-hondcombinatie. Helaas kunnen er altijd dingen mis gaan, ook na een goede screening, maar verantwoord huisdierenbezit staat dus los van het feit of de hond uit het buitenland komt of niet.

Een buitenlandse hond is net als een Nederlandse hond een product van zijn aanleg in karakter en van de dingen die hij heeft meegemaakt in zijn leven. In het park kunnen we allemaal aanschouwen hoe ook een Nederlandse hond goed kan worden verknald door een slechte eigenaar. Er bestaat dus niet zoiets als hét karakter van een buitenlandse hond, iedere hond is anders! 

Naar andere honden toe zijn buitenlandse honden doorgaans opvallend verdraagzaam, dit komt waarschijnlijk omdat ze op straat of in het asiel in roedels hebben geleefd.       

Er heerst helaas een vervelend en hardnekkig misverstand dat de broodfokpuppies die met transportbusjes en vervalste paspoortjes en niet of nauwelijks gevaccineerd hier naar toe komen iets te maken zouden hebben met de zwerfhonden die stichtingen hierheen halen.
Niets is minder waar! Dat zijn twee totaal gescheiden werelden. De broodfokindustrie is van welhaast maffiote omvang en voltrekt zich in grote landbouwschuren in landen zoals Tsjechië en Hongarije. In zo’n oude varkensschuur zitten dan pak ‘m beet 500 fokteven in miserabele omstandigheden. Men schat dat het gaat om jaarlijks 1 miljoen honden die van Oost-Europese landen naar de West-Europese landen worden verhandeld. Volgens een handelaar is 75% van onze honden uit zo’n bron afkomstig. Dat een deel van de puppies sterft onderweg calculeert men in als bedrijfsverlies. De commerciële hondenhandel is afschuwelijk en wordt ook door de kopers in stand gehouden.
Heel anders ligt het met de stichtingen. De honden die zij ter adoptie aanbieden worden van de straat of uit een asiel gehaald omdat de medewerkers medelijden hebben met de dieren, en kent geen winstoogmerk. Het zijn gescheiden stromen die niets met elkaar te maken hebben. Iemand die iets zegt over zieke dieren uit het Oostblok heeft doorgaans de klok horen luiden maar weet helaas niet waar de klepel hangt.

Of een hond echt dankbaar kan zijn, daar lopen de meningen over uiteen. De hond fleurt doorgaans helemaal op en leeft natuurlijk onder veel prettigere omstandigheden in Nederland. Het is wel eens omschreven als het (mentaal) uitpakken van een koffertje. De ene hond pleurt gelijk de hele koffer om en is meteen thuis. De andere hond doet er langzamer over, en sjouwt wat langer rond met zijn ballast. Reken op een aantal weken en soms wel een jaar tot de hond helemaal gewend is aan onze drukke, westerse manier van leven. Dit proces is mooi om mee te maken, de hond durft bijvoorbeeld opeens te gaan spelen. Wees ook niet bang om een hond een andere naam te geven om de associatie van een vroeger leven los te kunnen laten. Moet de te verwachten dankbaarheid een eerste reden zijn om een hond uit het buitenland te halen? Nee niet per se, ook een asielhond of een broodfokhond zal blij zijn met de verbeterde omstandigheden. Wees vooral zelf dankbaar dat deze hond in je leven is gekomen en geniet van ‘m!
——————
Bron: BUZ Honden,